TTT geschrapt
Tijdens de coronacrisis konden honderdduizenden rijexamens niet doorgaan, waardoor een ‘stuwmeer’ aan wachtende leerlingen ontstond. Inmiddels is de achterstand deels weggewerkt, maar op sommige plekken is de wachttijd nog steeds vijftien tot twintig weken, schreef Madlener vorige week in een brief aan de Kamer. De minister hoopt met het tijdelijk schrappen van de tussentijdse toets examinatoren vrij te houden voor het afnemen van de praktijkexamens. Als zij een jaar lang geen tussentijdse toetsen hoeven af te nemen, biedt dat naar verwachting plek voor 75.000 extra rijexamens.
In het debat gingen stemmen op om de maatregel zo kort mogelijk te laten duren. Een ‘hard gelag’, zei Hester Veltman (VVD) over het schrappen van de toetsen. Ze diende samen met Olger van Dijk (NSC) een motie in waarin ze vraagt om de toetsen uiterlijk 1 juli weer in te voeren op plekken waar de wachttijden kort genoeg zijn. Het doel is een wachttijd van zeven weken.
Tussentijdse toets
Een tussentijdse toets is een soort proefexamen op weg naar het rijbewijs. Tijdens de toets doen leerlingen, onder toeziend oog van een CBR-examinator, dezelfde dingen als tijdens een praktijkexamen. Zo kunnen zij alvast wennen aan de examensituatie. Ook is het mogelijk om voor bijzondere verrichtingen (bijvoorbeeld in een rechte lijn achteruitrijden, fileparkeren of een hellingproef) een vrijstelling te halen voor het praktijkexamen, als deze tijdens de tussentijdse toets goed worden uitgevoerd.
Voor een tussentijdse toets moet de leerling minimaal 16,5 jaar zijn. Ook moet hij of zij geslaagd zijn voor het theorie-examen.
Reactie Bovag en ANWB
Bovag, de brancheorganisatie van ruim 8.000 ondernemers die zich met mobiliteit bezighouden, en ANWB Rijopleiding deden maandag al een gezamenlijk persbericht uitgaan. Daarin laten zij weten niets in de oplossing van de minister van IenW te zien om tijdelijk het systeem van de tussentijdse toets te schrappen om zo examencapaciteit vrij te maken. ‘De maatregel zal in de praktijk namelijk met name de goed presenterende rijscholen treffen. En hij is contraproductief omdat leerlingen die kiezen voor de tussentijdse toets een significant hogere slagingskans hebben en dus veel minder druk leggen op de examencapaciteit van het CBR.’
De twee organisaties zien ‘meer heil in een erkenningsregeling voor rijscholen en bijbehorende sanctioneringsmogelijkheden vanuit CBR, mede gebaseerd op slagingspercentage. Dat kan de druk op de examencapaciteit drastisch verminderen.’ CBR-directeur Pechtold stelt in de verklaring dat de lange wachttijden vooral het gevolg zijn van de groep rijscholen die te lage slagingspercentages heeft.
Bovag-directeur Peter Niesink: ,,Eisen aan het slagingspercentage moeten onderdeel zijn van zo’n erkenning. Op die manier kan het CBR slecht presterende rijscholen sanctioneren. Het algemene slagingspercentage zal daardoor stijgen en daarmee nemen de wachttijden voor het praktijkexamen vanzelf af.”
